In dit artikel houden we ons bezig met de taal die op de Canarische Eilanden deels sterk afwijkt van het Hoog Spaans. De grote afstand tot het Europese vasteland en daarmee ook tot het Spaanse vasteland heeft er in het verleden toe bijgedragen dat er op de Canarische Eilanden een deels andere taal is ontstaan. De verdediging, bevordering en studie van de Spaanse taal van de Canarische Eilanden als taalvariëteit van het Atlantische Spaans wordt in artikel 37, lid 7 van het Autonomiestatuut van de Canarische Eilanden van 2018 genoemd als een beleidslijn. Het Canarisch Spaans is een dialect van de Spaanse taal dat op de Canarische Eilanden wordt gesproken en samen met de variëteiten van Andalusië, Midden-Amerika en Zuid-Amerika wordt toegewezen aan de groep van het Atlantisch Spaans (español atlántico) of Zuidelijk Spaans (español meridional).
Maar genoeg uitleg over de taal en de verbanden, laten we eens kijken welke termen er zijn, misschien kent u er al een paar.
Arrojar – Dit gebruik je om uit te leggen dat je overgeeft ;).
Besos – In het Spaans zou iedereen zeggen dat het om kussen gaat. Op de Canarische Eilanden worden er echter ook de lippen mee bedoeld.
Canarión – Zo worden de inwoners van Gran Canaria genoemd, vooral die uit de hoofdstad Las Palmas.
Desamorable – Zo noemt men iemand die helemaal niet teder wil zijn, die zich niet laat liefhebben. Een vijand van genegenheidsuitingen en genegenheid.
Escachar – Als je iets kapotmaakt.
Fósforos – Dat zijn de Spaanse "Cerillas", dus lucifers.
Nog meer Canarische taal, termen vanaf de letter G.
Guagua – Dat kent iedere bezoeker, daarmee worden de bussen bedoeld, wat in Spanje duidelijk "Autobus" heet.
Habichuela – Heel eenvoudig, groene boon.
Indiano – Zo wordt een emigrant genoemd die naar Amerika is geëmigreerd en teruggekeerd is naar de eilanden.
Jarandín – Een Arabier.
Geen met K? – We konden geen term vinden die met een K begint, kent u er een?
Liña – Wordt bijna uitsluitend gebruikt voor de term waslijn.
Mamadera – Dronkenschap, de zuippartij.
Naife (nife) – Het mes, de term is merkwaardigerwijs uit het Engels overgenomen (knife).
Ñoños – De tenen of ook wel de babyvoetjes worden zo genoemd.
Orchilla – Korstmossen die op rotsen in de buurt van de kust gevonden worden.
Papa/s – Dat kent ook iedereen, dat is de aardappel of aardappelen, een klassieker hier, de Papas Arrugadas!
Nog meer Canarische woorden vanaf de letter Q.
Queque – Zoete biscuitcake. De term komt van het Engelse cake.
Rancho – Naast andere betekenissen (een stoofpot heet bijvoorbeeld zo) wordt het gebruikt om de directe familie, de echtgenoot en de kinderen aan te duiden.
Solajero – Zeer sterke zonnestraling...
Toletazo – Klap met de wapenstok. In bredere zin een zeer harde klap.
Volador – Een vuurwerkraket.
Niets met W? – Bij de W konden we ook geen Canarische term vinden...
Niets met X... – Ook bij de letter X konden we geen Canarische term vinden...
Yoya – De vrucht van de Mocán (thermofiele boom).
Zarandajo – De schurk, onbeschaamd.
Zo, weer iets geleerd? Dat doet ons veel plezier.
Bron: infos-grancanaria.com