In dit gedeelte van de Barranco de Tirajana is de intieme relatie tussen de palmbossen en de boer duidelijk zichtbaar. Het palmbos van de Canarische dadelpalm (Phoenix canariensis) komt overeen met de oorspronkelijke vegetatie van de barranco en zijn omgeving; het maakt de milieuomstandigheden milder, doordat het schaduw en bescherming tegen de wind biedt aan de gewassen, en daarnaast een belangrijke bron van hulpbronnen is.
Enerzijds dienen de bladeren als voedsel voor geiten en schapen; anderzijds worden de vruchten, kleine dadels die op de Canarische Eilanden bekend staan als 'támaras', gebruikt als varkensvoer; van de stam werden traditioneel, al sinds de pre-Spaanse periode, balken voor dakconstructies gemaakt, evenals planken als vervanging voor hout om gereedschap te maken. Ook van de uitgeholde stam werden bijenkorven gemaakt om bijen te houden.
De bladeren werden, naast meer of minder directe en weinig bewerkte rustieke toepassingen zoals omheiningen of schaduwstructuren, sinds onheuglijke tijden gebruikt als grondstof voor een verfijnd handwerk van dagelijkse gebruiksvoorwerpen in de landelijke wereld. Opvallend is de vervaardiging van matten en een gevarieerde mandenvlechtkunst, gekenmerkt door hun stevigheid, zoals grote steenmanden die werden gebruikt voor het dragen van stenen of de serones. In Santa Lucía werken nog enkele ambachtslieden van hoge kwaliteit in deze specialiteit, die ook gebruik maken van biezen en riet dat groeit op de bodem van de rivierbedding.
Deze Tirajana-dam, ook bekend als de Sorrueda-dam, werd voltooid in 1974 en is een van de weinige op Gran Canaria die is gebouwd met losse materialen: het betreft een steengroeveconstructie met een kern van klei, waarvan de maximale hoogte vanaf de fundering 74 m is, met een capaciteit van 380.000 m3. Opvallend is de bijzondere overloop, een ronde tunnel zonder sluizen, bekend als Morning Glory (Engelse naam voor enkele sierlijke Ipomoea-soorten, verwant aan de zoete aardappel en, net als deze, met trompet- of trechtervormige bloemen).
Het hele gebied ten westen van deze barranco, met uitzondering van een smalle kuststrook, maakt deel uit van het Wereldbiosfeerreservaat Gran Canaria, uitgeroepen door de UNESCO op 29 juni 2005.