De meeste bezoekers van Gran Canaria trekken naar het zuiden. Wij raden een tussenstop aan in de hoofdstad Las Palmas. Hier wachten een droomstrand, temperament en een kleurrijke drukte.

Buiten in het donker ruist de branding, zo meteen slaat de klok twaalf, en nog steeds zit een grote familie te tafelen aan een van de eenvoudige houten tafels – in Spanje wordt nu eenmaal laat gegeten. Twee tafels verder, voor het grote glazen raam van de "Cervecería Los Delfines", zit een punkstel met een klein kind, daarnaast knabbelen twee blonde vrouwen aan olijven en praten met elkaar, het klinkt als een Scandinavische taal. De serveersters in zwarte T-shirts blijven graag even tussen de tafels staan, mengen zich geïnteresseerd in de gesprekken en kletsen met meerdere gasten tegelijk.

Als schoonheid kan de bierbar niet echt doorgaan. Daarvoor oogt ze te alledaags, met gepolijste stenen vloeren, een ruim bemeten toog en lampen met plastic bloemen. In het koele licht van de plafondlampen glanzen roestvrijstalen rekken, koelkasten en een ijsvitrine. Ook komt de bar in geen enkele restaurantgids voor, hoewel de geur die uit de keuken komt, zelfs op dit late uur nog eetlust opwekt. Vandaag staat Sancocho op het menu – een Canarische stoofpot met stokvis, aardappelen, groenten en gofio, het licht geroosterde gerstemeel van de Canarische Eilanden. Dan klinken er plotseling gitaarakkoorden.

De gesprekken verstommen. Drie oudere mannen in dezelfde gestreepte overhemden en zwarte broeken stellen zich op voor een tafel. Ze zingen en spelen – en wat ze spelen, slaat aan. De luisteraars klappen en zingen mee, de hele kroeg doet mee, een middernachtelijk koor van goed humeur en plezier, zelfs de kok komt uit de keuken. Het trio speelt soms alleen de begeleiding en laat het hoofd van de grote familie, die net nog een fles champagne had besteld, de zangstem overnemen – wat hij met verve en een rood aangelopen gezicht doet, alsof hij een operatenor is die per ongeluk in een ander leven is beland.

"Grupo Gran Canaria" noemen de drie heren zich, een Antonio en twee Franciscos. Een vertegenwoordiger in vruchtensappen, een gepensioneerde en een medewerker van het stadsarchief, "die echter altijd al meer met muziek te maken had". Samen trekken ze ’s avonds graag door hun wijk, vullen bars en restaurants met Spaanse liefdesliederen en bolero’s, Zuid-Amerikaanse ritmes en Canarische folklore. Ze gaan niet met een hoed rond, nemen geen geld aan, hooguit laten ze zich een biertje aanbieden. Wat telt, is alleen het plezier – in de muziek, in de sfeer, in de vreugde van de gasten. Ze zijn allang niet meer verbaasd dat veel bezoekers zich in de kroegen in het Engels, Zweeds, Duits of een andere taal bedanken, zegt Antonio Reyes, de kleine gitarist met de spleet tussen zijn tanden en de dikke bril. "Dat kennen we hier in Guanarteme. Hier wonen veel Europeanen die aan jullie winter willen ontsnappen. Ze houden van onze muziek."

Guanarteme heet de wijk achter het strand van Las Canteras. Vanuit de bar "Los Delfines" kijkt men uit over de promenade, het brede zandstrand en de Atlantische Oceaan. En men denkt: op de een of andere manier is deze onopvallende kroeg toch een heel typerende plek voor Las Palmas. Voor de bar drinken de inwoners van Las Palmas net zo vanzelfsprekend hun aperitief als buitenlanders of zeelieden die van de haven zijn komen wandelen, als gepensioneerden die graag overwinteren onder de Canarische zon of zakenlieden die tijdens hun avondwandeling over de strandpromenade hun telefoon wegstoppen bij het zien van de dolfijnen op het uithangbord, omdat ze zin krijgen in een biertje. Zelfs een paar toeristen komen af en toe binnen, vakantiegangers die het niet langer uithielden in de all-inclusive resorts in het zuiden – of die van meet af aan wisten dat Las Palmas met zijn grote, gebogen strandbaai sowieso de interessantere vakantiebestemming is.

Wie vanaf de bar "Los Delfines" een paar stappen naar voren zet, naar de geplaveide paseo, de promenade, en naar het strand, kan de hele baai overzien. Een glinsterende lichtboog ontvouwt zich: goudgeel fonkelt de strook zand, de witte branding licht op, daarachter glanst de zwarte zee. Wat men in Parijs aan de Seine, in Keulen aan de Rijn of in Hamburg aan de Elbe met enorme inspanning doet – tonnen zand ophopen om een paar meter strandclub te creëren – hebben ze hier in overvloed, door de natuur moeiteloos geschonken: een prachtig strand, ruim drie kilometer lang. Geen enkele andere stad in Europa heeft zo’n baai te bieden, waarschijnlijk geen enkele andere ter wereld, behalve misschien Rio. En natuurlijk, denkt men bij dit aanzicht, moet deze stad, die niet alleen aan de kust ligt, maar de zee met een groot gebaar omarmt – natuurlijk moet die iets heel bijzonders zijn.

Ruim twaalf uur na ons middernachtsconcert staan aan de Paseo Luis en Jorge te trillen van opwinding. Ze zijn negen en zeven jaar oud en zullen vandaag hun eerste surfwedstrijd doen. Al twee uur voor hun starttijd staan de twee donkerharige jongens te bibberen, met hun korte boards onder de arm, in hun neopreen jassen – maar niet van de kou. Op het strand heerst een aangename 29 graden. Hun vader, Luis Díaz, probeert hen te kalmeren: "Kijk alvast hoe de oudere kinderen de golven pakken. Let goed op, daar kunnen jullie iets van leren. En haal dan nog een cola." De jongens zetten hun boards neer en rennen ervandoor.

Lang leve de schildpad

Luiz Díaz werkt als docent Duits op een middelbare school, "nog geen tien minuten lopen van hier." Hij surft, speelt volleybal op het strand en houdt van lange wandelingen langs het water – een uur heen, een uur terug. Daarbij merkt hij telkens weer hoe verbaasd bezoekers zijn wanneer hij hen "zijn" strand laat zien. "Ik heb vaak gasten uit Duitsland. Ze blijven staan, staren naar het strand en kunnen niet geloven hoe levendig Las Palmas is."

Op deze zaterdagmiddag meten surfers zich met elkaar aan het westelijke deel van het strand. Een stukje verder is een podium opgebouwd, waar dansleraren lessen geven. Iedereen die langskomt, kan meteen meedoen aan buikdansen, salsa of hiphop. Nog een paar stappen verder laten meester Robertinho en zijn groep lenige jongens en meisjes hun acrobatische capoeira-kunsten zien. Onderaan de waterlijn hebben activisten van "Aguaviva Canarias", een mariene milieugroep, een groep toeschouwers om zich heen verzameld. Voor tv-camera’s en fototoestellen zetten ze enkele schildpadden terug in het water – dieren die gewond waren aangetroffen, verzorgd en opgelapt, en nu weer naar zee terugkeren. Aan het oostelijke einde van het strand, voor La Puntilla, zijn beachvolleybalvelden opgezet: jongens en meisjes uit Madrid, Baskenland en de Canarische Eilanden duiken en smashen voor de Spaanse jeugdkampioenschappen.

Tussen deze activiteiten patrouilleren strandagenten – gebruinde spierbundels in korte broeken, een soort Spaanse Baywatch. Nooit ontbreekt Antonio op de Paseo, een man met een witte haardos en een vest volgeprikt met foto’s en de slogan Todos por la Paz – iedereen voor de vrede. Antonio sjouwt met een zware, oude Polaroidcamera en schat binnen een seconde in hoeveel hij kan vragen voor een foto: één, twee of misschien zelfs vijf euro.

Overdag glanst de Paseo de las Canteras niet. In de zon toont hij zijn onopgesmukte gezicht – en dat is niet per se smetteloos. Er zijn sporen en rimpels, en de verf bladdert hier en daar af. Las Palmas is niet als geheel ontworpen, maar groeide en woekerde decennialang. Elke bouwstijl en periode is vertegenwoordigd – van de lage stenen huizen met kleine ramen uit de 18e eeuw tot moderne constructies. Voor liefhebbers van harmonie in het stadsbeeld misschien geen lust voor het oog, maar het is wel een fascinerend samenraapsel, een openluchtmuseum van architectuur: de eerste betonnen torens uit de jaren zestig, de pop-experimenten van de jaren zeventig, spiegelglas-balkons en kleurrijke tegels tot aan het dak – vol breuken, verrassingen en excentrieke keuzes. Het hoogste gebouw, waarin nu het gestroomlijnde AC-hotel is gevestigd, ziet eruit alsof de architecten veertig jaar geleden vijfentwintig zestienhoekige koekblikken op elkaar hebben gestapeld. Maar tegenwoordig ontstaan er ook weer architectonische parels: de Torre Woermann uit 2005, met zijn groene glazen gevel en scheve dakrand, heeft het zelfs tot een tentoonstelling in het Museum of Modern Art geschopt als voorbeeld van 21e-eeuwse Spaanse moderniteit. Las Palmas blijft groeien – te levendig om zich door een strakke hand te laten temmen.

Die eigenzinnigheid is onderdeel van de geschiedenis van Las Palmas, niet alleen in de jongere wijken tussen Puerto de la Luz en Playa de las Canteras. De stad is namelijk een van de vroegste Spaanse nederzettingen op de Canarische Eilanden. Ze werd al in 1478 gesticht, veertien jaar voordat Columbus hier een tussenstop maakte op zijn westwaartse reis naar Indië – en Amerika "ontdekte". Het oude centrum rond de kathedraal en het Casa de Colón ademt nog de laatmiddeleeuwse sfeer. In de volgende bouwfase verschenen burgerhuizen uit latere periodes, waaronder enkele opvallende jugendstil- en art-decogebouwen in de wijk Triana. Toen deze gebouwen werden neergezet, waren ze hypermodern. Tegelijkertijd werd twee kilometer verderop het "Hotel Santa Catalina" gebouwd, een traditioneel tegenwicht met Canarische houten balkons en een met hout betimmerde lobby. Tot op de dag van vandaag is het het tophotel van de stad, waar koningen en popsterren verblijven. Overigens waren het destijds geen locals die het hotel financierden en bouwden, maar Angelsaksische investeerders die eind 19e eeuw hun geld in het opkomende toerisme staken.

Sterrenchef met geschiedenis

Van buiten lijkt restaurant "La Butaca" een lange geschiedenis te hebben. Het is gevestigd in een historisch gebouw aan de Plaza Cairasco, het chique hart van Las Palmas, net als het Gabinete Literario, een architectonisch juweel van de stad. Toch heeft "La Butaca" zich hier als het ware ingeslopen en gaat het op zijn eigen manier met traditie om. Het interieur is strak en modern, en chef-kok Fabio Santana laat meteen weten dat hij zijn moderne aanpak niet beperkt tot tafels, lampen en servies.

"Ik ben zo Canarisch als gofio," zegt de chef, die hier al bijna vier jaar succesvol werkt, "maar ik ben opgeleid door een Fransman in Barcelona. Dus waarom zou ik me vasthouden aan Canarische tradities?" Hij werkt volgens het principe dat "het product perfect moet zijn en perfect bereid moet worden." Het resultaat? Een soort anti-moleculaire keuken. Geen schuimpjes of blokjes op het bord bij Santana. Als hij groene asperges gebruikt, serveert hij ze als knapperig gebakken asperges – eenvoudig en smaakvol. "Het product recht aandoen," noemt hij dat. Hij houdt ook van gedurfde combinaties: "Ik neem graag risico’s. Als de gasten het lekker vinden, heb ik gewonnen." En dan bedenkt hij zich dat hij wél een Canarische traditie in ere houdt: "Bij ons serveren we alle gerechten para compartir – om te delen." Alles wordt midden op tafel gezet, en iedereen neemt waar hij zin in heeft. "Zo eet men hier traditioneel, in families."

Op het zand van Las Canteras neemt Juan de Griek plaats. Hij schikt zijn omvangrijke buik en steekt een sigaret op als we hem vragen wat die vreemde structuren om ons heen zijn. Het blijken grote visfuiken te zijn, zware, ronde geraamtes van dikke betonijzers, twee meter in doorsnee. Juan is een 73-jarige visser, tandeloos maar met een duidelijke mening over alles en iedereen om hem heen. Nog steeds is hij van de partij als de vissers om drie uur ‘s nachts hun boten te water laten en de zee op gaan. Maar tegenwoordig moeten ze vooral opletten dat hun wankele bootjes niet door een drijvende visfabriek worden overvaren.

Juan de Griek worstelt een beetje met de veranderingen in Las Palmas. "Loop hier door de straten, net hierachter," zegt hij, wijzend naar de steegjes achter de hotels. "Je kunt er Koreaans eten, Marokkaans, Senegalees. Alles is te krijgen." Hij laat de rest van de zin in de lucht hangen – buitenlandse keukens lijken hem niet te bekoren. Maar na een korte pauze voegt hij eraan toe: "Ik wil niet klagen. Kijk naar mijzelf." Hij wijst op zijn tonvormige, zonverbrande en behaarde borst. "Waarom denk je dat ze me el griego noemen – de Griek?" We wachten op zijn antwoord. "Ik bén er een van hen. Mijn ouders waren ook immigranten. Hier blijf je makkelijk hangen, snap je?"

 Bron: geo

In dit artikel over Gran Canaria richten we ons vooral op de "nieuwkomers" die voor het eerst het eiland willen of gaan bezoeken. Wie niet permanent in het hotel wil blijven en iets meer van Gran Canaria wil zien, vindt hier een TOP 10 van dingen die een nieuwkomer op Gran Canaria moet bekijken.

Natuurlijk is deze lijst niet alleen geschikt voor vakantiegangers die nieuw zijn op het eiland. Alles is gebaseerd op onze jarenlange ervaring op het eiland. Sommigen zouden wellicht andere dingen voorstellen, maar voor een eerste bezoek aan het eiland zijn dit volgens ons de belangrijkste punten.

De Roque Nublo

Natuurlijk mag deze unieke berg op Gran Canaria niet ontbreken op deze lijst. De Roque Nublo, oftewel "Nebelberg" (nevelberg), is weliswaar niet de hoogste berg van het eiland, maar een nieuwkomer moet er minstens één keer zijn geweest, vooral omdat je het bovenste platform relatief gemakkelijk kunt bereiken. Er waren weliswaar veranderingen in 2025 wat betreft de toegang (HIER lezen), maar toch is de Roque Nublo een MUST voor elke nieuwkomer.

De berg is omgeven door dennenbossen, zover het oog reikt, en het uitzicht van daarboven is gewoon fantastisch. Belangrijk is ook dat je altijd iets warmere kleding bij je hebt, omdat de temperaturen daarboven snel kunnen veranderen. Als je de Roque Nublo als fotomotief wilt vastleggen, is ook de weg naar de Pico de Las Nieves een goede keuze.

Puerto de Mogán

Het als "Venetië van Gran Canaria" bekende Puerto de Mogán heeft de afgelopen jaren verschillende veranderingen ondergaan. Het werd uitgebreid met Playa del Mogán en er zijn veel winkels en restaurants bijgekomen.

Maar het oude vissersdorp Puerto de Mogán moet je gewoon een keer gezien hebben. De smalle steegjes en grachten maken deze plek onweerstaanbaar mooi. Typisch zijn de witte huizen met mooie decoraties in verschillende kleuren en veel bougainvilles. In de haven zijn er een kleine veerboot, excursieboten en zelfs de "Gele Onderzeeër".

De stad die alles biedt: Las Palmas

De hoofdstad Las Palmas de Gran Canaria moet je gewoon bezoeken.

Er is niets wat de stad niet heeft: van cultuur en bezienswaardigheden tot stranden, feesten, eten en winkels. Voor het hele gezin en voor elk type bezoeker is er iets te vinden. Een heel belangrijk punt in de stad is Vegueta, de oude stad, met het Kolumbus-huis en de kathedraal Santa Ana.

Chique kleine restaurants en de "Ruta de Pinchos" zijn altijd een bezoek waard als je de oude stad van Las Palmas bezoekt.

Vlak naast Vegueta ligt de voetgangerszone Triana, waar je goede koopjes kunt vinden in de winkels. Ook hier zijn er nog veel oude gebouwen, en een wandeling door Triana is zelfs bij gesloten winkels een bezienswaardigheid op zich.

Natuurlijk biedt de stad ook verschillende stranden, zoals het bekende Las Canteras met zijn evenementen en uitgestrekte zandvlaktes. Een heel ander uitzicht heb je vanaf Alcaravaneras, direct op de haven, of vanaf La Laja, bij de zuidelijke stadsingang van Las Palmas.

De duinen van Maspalomas

Wie Gran Canaria bezoekt, kent de duinen van Maspalomas uit elke reisgids en van ansichtkaarten. Natuurlijk moet een nieuwkomer op het eiland daar minstens één keer geweest zijn.

Een uitgestrekt zandgebied dat doet denken aan de Sahara, maar niet alleen uit kwartszand bestaat. Het biedt een ongelooflijk uitzicht op de zee, bijvoorbeeld vanaf het uitkijkpunt achter het RIU Palace.

Een belangrijk bestanddeel van de duinen is ook fijngemalen schelpen- en koraalmateriaal dat vanuit de zee aanspoelt en zich ophoopt in de duinen. Maar let op: kriskras door de duinen wandelen is verboden!

Vis en zeevruchten aan de kust genieten

We waren al in Puerto de Mogán, maar hebben nog niet genoemd dat dit een ideale plek is om vis en zeevruchten te eten. Wie daar naartoe gaat, zou eventueel een diner in de haven moeten plannen. Het is het zeker waard!

Natuurlijk bieden ook andere kustplaatsen zoals Arguineguín, Melenara, Ojos de Garza en Sardina in Gáldar geweldige mogelijkheden om direct aan zee van deze gerechten te genieten. Elke nieuwkomer zou minstens één keer zo’n locatie moeten kiezen om het culinaire beeld van Gran Canaria compleet te maken.

Heerlijk eten in de bergdorpen van Gran Canaria

Voor wie minder van vis en zeevruchten houdt, raden we een goed diner in de bergdorpen van het eiland aan.

In de lokale restaurants in de hooglanden van Gran Canaria overheerst de traditionele keuken van het eiland, met veel vlees en grillgerechten. Het stevige eten uit de bergen is een compleet tegengewicht voor de lichte visgerechten aan de kust.

De bergdorpen en stadjes zelf

Omdat we het net over de bergwereld en het eten daar hadden, moeten we natuurlijk ook de pittoreske bergdorpen en stadjes op de lijst zetten.

Het is moeilijk om de perfecte plek voor een bezoek te kiezen, want elk dorp heeft zijn eigen karakter en unieke aanbod. Agüimes bijvoorbeeld heeft een grote kerk en in de Guayadeque-kloof klassieke grotwoningen en grotrestaurants. Dit vind je ook in Artenara.

Wie een echt Canarische sfeer zoekt, moet zeker Teror op de lijst zetten. Authentiek en nauwelijks veranderd door de tijd.

De westkust van Gran Canaria bewonderen

De steile kustlijnen in het westen van Gran Canaria bieden adembenemende uitzichten. Via de GC-200 kun je de meeste plekken aan de westkant bereiken.

De GC-200 begint in Mogán en slingert door ruige landschappen die gevormd zijn door vulkaanuitbarstingen. Onderweg passeer je de indrukwekkende El Balcón, een uitkijkpunt dat absoluut op je "to-do lijst" moet staan.

Je kunt zelfs helemaal tot Puerto de las Nieves komen, nog een plek met fantastische visrestaurants.

Afgelegen stranden voor rustzoekers

Gran Canaria heeft tientallen stranden, en we hebben er al veel opgenomen in onze vrijetijdsgids. Maar er blijven er altijd meer te ontdekken.

Wie echt rust zoekt, moet de afgelegen stranden op zijn lijst zetten. Een tip is Guayedra in het noordwesten van het eiland: gemakkelijk bereikbaar en toch helemaal natuurlijk.

Een legendarisch strand is echter Güi-Güi, dat moeilijker te bereiken is. Je moet rekenen op een wandeling van twee uur vanaf de parkeerplaats, maar eenmaal daar heb je gegarandeerd rust.

Andere tips zijn Faneroque in het westen van het eiland of Tiritana, tussen Puerto Rico en Mogán.

Lokale festiviteiten op Gran Canaria

Tot slot mogen de lokale festiviteiten niet ontbreken. Wie de cultuur wil leren kennen, MOET eraan deelnemen.

Elke plaats op Gran Canaria heeft zijn eigen feesten door het jaar heen. La Rama in Agaete is bijvoorbeeld een spektakel waarbij het hele dorp volstroomt, maar het is absoluut de moeite waard. Ook de Fiesta del Charco in La Aldea de San Nicolás is een bijzondere ervaring.

Conclusie voor nieuwkomers op Gran Canaria

Of je het nu per auto, bus of boot wilt doen, het belangrijkste is dat je het DOET. Gran Canaria biedt veel meer dan alleen het strand in het zuiden. Er zijn zoveel plekken die zelfs wij nog niet hebben kunnen bezoeken!

Een huurauto is altijd aan te raden (HIER hebben we er al eens over geschreven).

 

https://infos-grancanaria.com/2025/blog-gran-canaria-fuer-neulinge-die-top-10-die-man-sehen-muss/

 

 

.

Morro de Santiago y zona de acampada

https://youtu.be/8qAs7lEqgBQ

LOCALIZACIÓN

Esta zona de acampada se encuentra situada dentro del Parque Rural del Nublo y de la Reserva de la Biosfera de Gran Canaria, en el término municipal de San Bartolomé de Tirajana


Horario

La estancia en la zona de acampada sólo está permitida entre las 08:00 horas del primer día señalado en el permiso y las 12:00 horas del último día.

Modalidad de acampada

Se han definido tres posibles modalidades de acampada (puedes descargar el documento aquí).
Si prevé acudir a la zona con VEHÍCULO ADAPTADO, seleccione en el filtro (dentro del aplicativo de permisos), la opción CASETA.
Antes de seleccionar la opción, compruebe las zonas permitidas de cada modalidad:


Solicitud De Permiso

Para realizar solicitudes consecutivas deberán pasar 15 días desde la última solicitud realizada en esta zona. Todo ello con la finalidad de que todos los usuarios puedan hacer uso de esta zona de acampada.

Actividades en la zona

Caminar en torno a la presa

Te recomendamos que realices algún sendero dentro de las posibilidades que te ofrece el entorno. Existe una opción muy interesante que pasa por el área recreativa de Ermita de Santiago, y es el sendero conocido como “circular de Chira”, con una longitud total de 15 kilómetros, dificultad media y una duración aproximada de 4:30 horas. Transcurre por Cercados de Araña / Barranco Ahogaderos / Cruz Grande / La Plata / Paso La Herradura / Ermita Santiago / El Canalizo, una oportunidad de conocer el entorno del pinar de Santiago y la presa de Chira a vista de caminante.

Senderos en Ermita Santiago LINK

Más Información

Zona de Acampada Morro de Santiago

Se trata de una zona de acampada de pequeño tamaño, con unas bellas panorámicas del sur grancanario y con capacidad máxima para 10 personas. Se encuentra situada dentro del Parque Rural del Nublo y de la Reserva de la Biosfera de Gran Canaria. Dispone de vigilante pero carece de instalaciones, estas características deben ser tenidas en cuenta a la hora de decidirse por utilizar esta zona de acampada.

El Pinar de Santiago

El área de acampada se encuentra enclavado en un pinar de repoblación conocido como Pinar de Santiago. Debe su nombre a la antigua Ermita de Santiago que se encontraba en el área recreativa un poco más abajo, con la que esta pequeña zona de acampada se complementa para hacer más completa la experiencia de dormir una noche en las inmediaciones de la Presa de Chira, la cual se puede divisar desde la posición elevada de la zona de acampada, surgiendo entre las cumbres de Gran Canaria como una de las presas más hermosas de la isla y una de las obras de ingeniería civil más destacadas de Canarias.

La cumbre y el mundo aborigen

Las cumbres de Gran Canaria, antes de la llegada del cristianismo, fueron el santuario en donde los antiguos habitantes de la isla realizaban rituales, adoración a sus deidades y grabados de diferente significado. No lejos de aquí, junto al área recreativa de la Ermita de Santiago, en la parte más alta del señalado Morro se encuentra una estructura de piedra seca, a la que se asocia un panel con grabados antropomorfos. Dadas las características de la piedra, así como su exposición a las inclemencias atmosféricas, la observación de las inscripciones no es fácil, salvo en momentos muy determinados del día, con luz rasante. Estos petroglifos resultan muy interesantes, al presentar características similares a los del Barranco de Balos y a los pictogramas de Majada Alta. Descendiendo, a unos 500 metros, sobre la carretera que conduce a Cercados de Araña, se encuentran Los Canalizos, en donde es posible observar un gran solapón en el que se aprecia una cazoleta, así como sus paredes cubiertas en parte de almagre.

Entorno natural

El entorno de la zona de acampada es un pinar de repoblación en donde no es difícil oír al pico picapinos (Dendrocopos major) horadando los troncos de pinos en busca de alimento y a cernícalos (Falco tinnunculus) y aguilillas (Buteo buteo insularum) surcando los cielos. La proximidad de un gran punto de agua como es la presa de Chira, hace que la vida silvestre se muestre exuberante en este rincón de la isla.

Enlaces de interés:

Procedimiento permiso de acampadas

Teléfonos de interés

- 112 (Emergencias Gobierno de Canarias)

- CECOPIN 928 353 443 (Centro de Comunicaciones Cabildo de Gran Canaria)

- OIAC 928 219 229 (Oficina de Información y Atención a la Ciudadanía Cabildo de Gran Canaria)


https://cabildo.grancanaria.com/documents/38405/624235/morrosantiago-circulares.jpg/28e6793b-0cc2-50bb-627d-d2b41c7df602?t=1669294365363

More about:

© Copyright 2025 - Gran Canaria Nieuws en Tips - Alle rechten voorbehouden.

Search